Wat is zelfregulatie?
Kinderen die voor het eerst op de basisschool komen krijgen te maken te maken met nieuwe ervaringen. Ze komen in een groep met onbekende kinderen waar ze rekening mee moeten houden en er is een leerkracht die zegt wat ze wel en niet moeten doen. Dit zijn processen die kinderen vaak lastig vinden maar waar ze erg veel van leren. Ze leren rekening houden met anderen om zich heen en de emoties die daarbij horen. Dit hoort bij de sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen en heeft alles te maken met zelfregulatie. Deterd Oude Weme en Van Tuijl (2012) beschrijven zelfregulatie als een omvattend aantal vaardigheden die van belang zijn voor het kunnen reguleren van emoties, het sturen van het eigen gedrag en het richten van de aandacht. Pas wanneer een kind beschikt over een goede zelfregulatie kan het goed functioneren en optimaal profiteren van de leeromgeving. Deze kinderen gaan namelijk met plezier naar school en zijn gemotiveerd voor leren. De ontwikkeling van een goede zelfregulatie bij jonge kinderen geeft ze het gevoel van eigenaarschap en voorkomt probleemgedrag op latere leeftijd. Het legt een goede basis voor het verdere functioneren en deelnemen aan onderwijs.
Het kunnen reguleren van emoties is één van de onderdelen van zelfregulatie en een voorwaarde voor de andere onderdelen. Een kind dat opgeslokt wordt door emoties kan moeilijk deelnemen aan een activiteit of zijn aandacht op iets anders richten. De mogelijkheid tot opnemen van informatie wordt sterk beperkt en interacties zijn minder waardevol. De leerkracht moet dan helpen om het kind uit de emotie te krijgen. Wanneer het kind zelf zijn emoties kan reguleren is dat niet meer nodig.
Een ander onderdeel is het reguleren van het eigen gedrag. Hiermee wordt bedoeld dat kinderen in staat zijn hun gedrag af te stemmen, te stoppen en te vervangen voor ander gedrag. De vaardigheden die je hiervoor nodig hebt zijn essentieel voor het kunnen functioneren in een groep. Wanneer kinderen dit goed kunnen krijgen ze vaak meer positieve aandacht van de leerkracht of klasgenootjes.
Ten slotte is het kunnen richten van de aandacht nodig om informatie te kunnen verwerken. Er is aandacht nodig om gericht deel te kunnen nemen aan activiteiten en voor het afmaken van een taak. Wanneer een kind zijn aandacht goed kan reguleren nemen kinderen op betrokken manier deel aan een activiteit en kunnen ze een actieve rol op zich nemen.
Hoe stimuleer je als leerkracht de zelfregulatie?
In het proces van de ontwikkeling van zelfregulatie van leerlingen speelt de leerkracht een belangrijke rol. In eerste instantie wordt de ontwikkeling beïnvloedt op genetische basis en en het temperament van het kind, maar de neurale netwerken komen tot stand in wisselwerking met de omgeving. Kenmerken van de (opvoedings)omgeving zoals veiligheid en voorspelbaarheid hebben een grote invloed op de ontwikkeling van zelfregulatie (Deterd Oude Weme en Van Tuijl, 2012). De ouders zijn hierin erg belangrijk al vanaf het baby zijn van het kind. Doordat ouders op voorspelbare wijze gewoontes hanteren waarin de eigen rol van het kind wordt uitgebreid, ontwikkelen kinderen vaardigheden zoals de beurt nemen en gedeelde aandacht in activiteiten. De manier waarop ouders hier aandacht aan besteden is van invloed op de ontwikkeling van zelfregulatie van een kind.
Het is voor kinderen een voorwaarde een sensitieve en ondersteunende relatie met de leerkracht te hebben om zelfregulerend gedrag te kunnen ontwikkelen. Ook moeten er hulpmiddelen aanwezig zijn om de zelfregulatie te ondersteunen. Juist omdat kinderen zo anders binnenkomen op de basisschool is het de taak van de leerkracht om leerlingen die het nodig hebben meer ondersteuning te bieden in deze ontwikkeling. Een leerling die zijn emoties nog niet onder controle heeft kan het nodig hebben dat de emoties benoemd worden of dat hij getroost wordt bij teleurstelling. Of een leerling die moeite heeft met concentreren kan het nodig hebben om te oefenen van het richten of verschuiven van de aandacht. Of een leerling die zich moeilijk aan kan passen kan het nodig hebben dat regels expliciet benoemd en herhaald worden. Dit helpt de leerling dan om zich beter te kunnen aanpassen aan de schoolse context en krijgt hij een waardevolle basis om positieve relaties met leeftijdsgenootjes te ontwikkelen.
Terugkoppeling casus
Wanneer een (hoog)begaafde leerling beschikt over een goed ontwikkelde zelfregulatie kan het erg veel leren. Zoals eerder beschreven houdt een goede zelfregulatie vaak in dat kinderen met plezier naar school gaan en gemotiveerd zijn om te leren. Hierin is het weer belangrijk dat de leerkracht steeds voor een leerrijke omgeving zorgt zodat het kind tot leren blijft komen. Wanneer dit niet gebeurt kan het de zelfregulatie zelfs in de weg staan: een leerling die niet wordt uitgedaagd leert niet zijn best te doen voor zijn prestaties. Op die manier leert een kind niet hoe hij moet leren, wat naarmate hij ouder wordt voor grote problemen kan zorgen met name op de middelbare school.
Het is herfst, wat natuurlijk betekent dat er in de klas gespeeld en geteld wordt met eikels. Ik neem een groep kinderen bij mij om hiermee aan de slag te gaan. Milou daarentegen, krijgt van mij een andere opdracht. Voordat ik begin met mijn les aan de rest van de groep, krijgt Milou een korte instructie van mij. Ze krijgt een knipblad met eikels en een werkblad waar ze de eikels op moet plakken naar aanleiding van een geschreven getal, of er liggen al eikels (getekend) en ze moet er zelf een getal bijschrijven. Vervolgens richt ik mij op de rest van de groep en kijk tussendoor steeds even naar Milou. Ze pakt zelf de schaar. Ze pakt zelf de lijm. Ze pakt zelf een potlood. Bij de rest van de groep had ik dit benoemd: 'wat heb je allemaal nodig? waar ligt dat? hoe haal je dat op? et cetera'. Dit heb ik bij Milou niet gedaan want dit lukt haar heel goed zelf. Vervolgens is ze erg druk met haar opdracht. Wanneer ik klaar ben met mijn uitleg aan de rest van de groep kom ik bij haar. Ze laat me trots zien wat ze heeft gedaan en vraagt nog even of ze de 6 wel goed om geschreven heeft. Ze heeft gemotiveerd en zo te zien met veel plezier gewerkt aan de opdracht, maar is nog wel een beetje onzeker of ze het wel goed heeft gedaan. Na mijn goedkeuring schept ze op naar een klasgenootje. Milou heeft het duidelijk nodig uitgedaagd te worden, zowel cognitief als in haar zelfregulatie, maar zoekt wel de bevestiging bij de leerkracht.
Maak jouw eigen website met JouwWeb